1. De verkeerde maanden meenemen in je btw-aangifte.

Nadat je je onderneming hebt ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, ontvang je een bericht van de Belastingdienst. In dat bericht staat hoe vaak je btw-aangifte moet doen. Dit is onder andere gebaseerd op je (verwachte) omzet. Betaal je per kwartaal meer dan €15.000 aan btw, dan moet je maandelijks aangifte doen. Betaal je per jaar minder dan €1.883 aan btw, dan doe je dit jaarlijks. De meeste ondernemers doen ieder kwartaal aangifte.

De deadline voor de aangifte is één maand na afloop van het kwartaal. Let goed op dat je de juiste maanden in de aangifte verwerkt. Een voorbeeld: je moet uiterlijk eind april de btw-aangifte over het eerste kwartaal indienen. Sommige ondernemers nemen per ongeluk ook de gefactureerde en betaalde btw van de maand april mee in die aangifte. Maar de btw-bedragen van de maand april moeten verwerkt worden in de btw-aangifte van het tweede kwartaal.

LET OP: als je niets aan te geven hebt, moet je toch je btw-aangifte op tijd indienen!

2. De betaaldatum gebruiken in plaats van de factuurdatum

De meeste ondernemers gebruiken het ‘factuurstelsel’ bij de btw-aangifte. De datum die op de factuur staat bepaalt bij welk kwartaal de factuur hoort. Het maakt niet uit of er pas in een volgende kwartaal betaald wordt. Kijk daarom goed naar de factuurdatum en voorkom dat je de factuur in het verkeerde kwartaal boekt.

3. Tot het allerlaatste moment wachten met insturen en betalen

Stuur niet op het allerlaatste moment je btw-aangifte in, maar houd genoeg tijd over voor de betaling. De betaling moet namelijk voor het verstrijken van de deadline op de rekening van de Belastingdienst staan. Bovendien zal je net zien dat de server van de Belastingdienst eruit ligt als je op de valreep je aangifte wilt versturen.

LET OP: Het niet op tijd inleveren van je btw-aangifte of niet tijdig betalen van je btw kan leiden tot een boete van de Belastingdienst.

4. Pas op het laatste moment je administratie bijwerken

Laat je administratie niet liggen tot vlak voor de deadline. Het bijwerken van je boekhouding wordt een enorme berg werk als je er net voor je btw-aangifte aan begint. Dat levert onnodige stress op. Houd je regelmatig bezig met je administratie. Een up-to-date boekhouding zorgt er bovendien voor dat je beter inzicht hebt in hoe het met je bedrijf gaat.

5. Btw terugvragen voor zakelijke etentjes

Als je eet of drinkt in een horecagelegenheid of als een cateraar in een speciale ruimte een etentje verzorgt, mag je de btw over die kosten niet terugvragen. Je kunt deze kosten overigens wel aftrekken van de winst.

6. Je bonnetje kwijtraken

Bonnetje kwijt? ‘Helaas’ zegt de Belastingdienst, ‘geen bon is geen voorbelasting’. Als je geen bonnetje hebt, mag je geen btw terugvragen, omdat je bij een controle van de Belastingdienst geen bewijsstuk kunt laten zien.

Je kunt ervoor kiezen om de bonnetjes in te scannen om dit te voorkomen

7. Inkoopfacturen en bonnen die niet voldoen aan de factuureisen

De inkoopfacturen en bonnetjes waarvan je de btw wilt terugvorderen, moeten wel voldoen aan de eisen die de belastingdienst aan facturen stelt. Als je factuur niet aan deze eisen voldoet mag je de btw niet terugvragen.

8. Verschillende btw-tarieven niet uitsplitsen

Er kunnen meerdere btw-tarieven op één inkoopfactuur staan, bijvoorbeeld 21%, 9%, 0% etc. Controleer bij het terugvorderen of je de btw van de inkoopfactuur op juiste wijze hebt uitgesplitst per btw tarief.

Indien u nog vragen heeft kunt u contact opnemen 0497-385558