Vennootschapsbelastingplichtige ondernemingen
De belangrijkste veranderingen voor vennootschapsbelastingplichtige ondernemingen, zoals bv’s, nv’s, coöperaties, bepaalde stichtingen en verenigingen zijn als volgt:
De tarieven in de vennootschapsbelasting gaan vanaf 2019 in stappen omlaag: het lage tarief in de eerste tariefschijf wordt uiteindelijk 16% (nu nog 20%) en het hoge tarief 21% (op dit moment 25%).
Het voorstel tot het verlengen van de eerste tariefschijf van € 200.000 naar uiteindelijk € 350.000 wordt weer teruggedraaid, als compensatie voor het verlagen van de tarieven.
De mogelijkheid om af te schrijven op vastgoed in eigen gebruik wordt beperkt: nu mag nog worden afgeschreven tot 50% van de WOZ-waarde, maar in de toekomst mag niet verder worden afgeschreven dan tot op 100% van de WOZ-waarde.
De mogelijkheid om ondernemingsverliezen in latere jaren te verrekenen wordt versoberd. Op dit moment kunnen verliezen worden verrekend met winsten in de 9 jaren na het verliesjaar. Deze termijn gaat naar 6 jaar.
Directeur-grootaandeelhouders (dga)
Als dga heeft u een aanmerkelijk belang in een BV als u 5% of meer van de aandelen bezit. De inkomsten uit een dergelijk belang, zoals dividenden en winsten bij verkoop, zijn in de inkomstenbelasting belast in box 2. Het tarief daarvoor is op dit moment nog 25%. Het kabinet is van plan om dit tarief in een paar stappen te verhogen, namelijk naar 27,3% in 2020 en uiteindelijk 28,5% in 2021.
Natuurlijk persoon/ondernemer
Heeft u een eenmanszaak, of bent u als natuurlijk persoon vennoot in een maatschap of vennootschap onder firma? Dan kunt u onder voorwaarden gebruik maken van de zelfstandigenaftrek. Op dit moment kunt u deze aftrekken tegen het hoogste tarief dat bij u van toepassing is in de inkomstenbelasting (maximaal 52%). In de toekomst kunt u deze aftrek alleen nog benutten tegen het tarief in de laagste tariefschijf (waarschijnlijk 36,93%). Dit wordt in stappen ingevoerd.
Daarnaast zijn ook de volgende ontwikkelingen van belang:
De huidige dividendbelasting wordt afgeschaft. Dit zal in binnenlandse verhoudingen vooral leiden tot vermindering van administratieve lasten. Deze maatregel leidt bij dividenduitkeringen binnen Nederland niet tot wezenlijke veranderingen in de belastingdruk, omdat de dividendbelasting een voorheffing is die meestal verrekend kan worden door de ontvanger van het dividend. Bij dividenden die aan buitenlandse ontvangers uitbetaald worden, is wel sprake van een verlaging van de belastingdruk. Dit maakt Nederland aantrekkelijker voor buitenlandse investeerders.